NL | FR
Activity-monitoring devices: what to use in research and patient care?
  • Martijn Scherrenberg , Paul Dendale

Sessieverslag - ESC Preventive Cardiology 2021

Er is steeds meer aandacht voor het gebruik van Digital Health binnen cardiologie. Er werd tijdens het congres ESC Preventive Cardiology 2021 dan ook veel aandacht besteed aan het gebruik van nieuwe technologieën. Een van deze interessante sessies, geleid door Paul Dendale, ging dieper in op wat nu de waarde en de rol van activiteitstrackers kan zijn binnen onderzoek en de dagdagelijkse cardiale zorg.

Welk type activiteitstracker is het meest geschikt voor hartfalenpatiënten?

L. Klompstra - Norrkoping, Sweden

Het is wel gekend dat fysieke activiteit een gunstig effect heeft bij patiënten met hartfalen. Voldoende fysieke activiteit is niet alleen gelinkt aan betere levenskwaliteit, maar ook aan een lager aantal rehospitalisaties en sterfte1,2. Het is echter niet altijd makkelijk om een goed beeld te krijgen van de fysieke activiteit van patiënten. Er kunnen subjectieve tools gebruikt worden zoals dagboeken of vragenlijsten. Deze zijn goedkoop en gemakkelijk om te gebruiken, maar ze berusten op de eerlijkheid van de patiënt, hebben het risico op recall bias en zijn op lange termijn ook een belasting voor de patiënt waardoor de compliantie vaak laag is. Een andere optie zijn objectieve metingen met activiteitstrackers zoals hartslagtelemetrie, pedometers of accelerometers.

Hedendaags worden vooral nog accelerometers gebruikt, aangezien deze geïncorporeerd zitten in smartphones en smartwatches. Het voordeel van activiteitstrackers zoals accelerometers is dat ze op een niet-invasieve manier de fysieke activiteit in realtime monitoren. Er zijn nog steeds enkele kleine nadelen aan het gebruik van activiteitstrackers, zoals de kostprijs, verschillen in validatie en het feit dat niet alle sporten even goed worden geregistreerd. De vraag blijft nog steeds: 'Welke activiteitstracker raad ik mijn hartfalenpatiënt nu aan?' Een recente position paper gepubliceerd in de European Journal of Heart Failure probeert hier een antwoord op te geven met behulp van enkele criteria3. Het eerste belangrijke criterium is bepalen wat het doel is voor het gebruik van de activiteitstracker. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen het gebruiken ter motivatie of voor exacte metingen. Bij het tweede criteria moet er bepaald worden of er gevalideerde tools nodig zijn, zoals bij wetenschappelijk onderzoek en wanneer het doel zeer exacte metingen zijn. Natuurlijk hebben deze nauwkeurigere tools ook een hogere kostprijs. Het derde criteria is de kostprijs: er zijn grote prijsverschillen binnen activiteitstrackers (van 60 tot > 2000 euro). Het laatste criteria is hoe de data die verzameld worden door de tool wordt opgeslagen en wie er toegang toe heeft. Dit is belangrijk om dataprivacy te verzekeren. In conclusie, de juiste keuze van een activeitstracker is niet eenduidig. Het is belangrijk om steeds te luisteren naar de voorkeuren van de patiënt en na te denken over het doel bij de keuze van een activiteitstracker.

Welke activiteitstrackers zijn het meest geschikt voor gebruik in klinisch onderzoek?

KK. Yeo - Singapore

Steeds meer mensen dragen dagelijks een smartwatch. Deze smartwatches kunnen meer en meer en accurater parameters registreren zoals hartslag, voorkamerfibrillatie, slaappatronen, fysieke activiteit en zuurstofsaturatie. Dit maakt deze smartwatches ook zeer interessant voor onderzoek waarbij continu data verzameld worden. Het is echter niet altijd makkelijk om de juiste smartwatch te kiezen voor het geplande onderzoek. Er zijn verschillende zaken waar rekening gehouden mee kan worden bij de keuze. Allereerst is het belangrijk om te bepalen welke parameters er gemeten moeten worden en met welke accuraatheid4. In het algemeen zijn zowel de goedkopere als duurdere smartwatches accuraat in het bepalen van de hartslag in rust en aantal stappen. Maar er bestaan zowel bij de goedkopere als duurdere smartwatches grote verschillen in de accuraatheid in het meten van slaappatronen, matige intense fysieke activiteit en de detectie van voorkamerfibrillatie5. Verder is voor klinisch onderzoek ook toegang tot de ruwe data nodig. Iets wat vaak over het hoofd gezien wordt is de gebruiksvriendelijkheid en de acceptatie door de proefpersoon. Het is dus zeker niet zo dat steeds de duurste of de nieuwste smartwatch steeds het meest geschikt is voor het geplande onderzoek.

Hoe patiënten motiveren om actief te worden?

T. Vetrovsky - Praag, Tsjechië

Uit verschillende studies is het gebleken dat het voorzien van een Digital Health-programma of -technologie aan patiënten niet voldoende is. Deze studies toonden aan dat de therapietrouw van patiënten op korte termijn wel goed is, maar dat deze hierna snel afneemt.

Gedragsveranderingstechnieken spelen dus een belangrijke rol in interventies om mensen langdurig meer te laten bewegen, bijvoorbeeld self-monitoring, gerichte feedback, sociale ondersteuning en sociale vergelijking6. De verschillende smartwatches gebruiken vaak andere gedragsveranderingstechnieken. Het is daarom aangewezen hier rekening mee te houden bij het aanraden van een toestel. Shared-decision making kan hier een belangrijk rol spelen. Dit houdt in dat er geluisterd wordt naar de voorkeuren en motivatie van de patiënt in de keuze van interventie en gedragsveranderingstechnieken en bijgevolg in de keuze van de smartwatch. Een moeilijkheid in de opvolging van patiënten vanop afstand is de frequentie van feedback. Te veel feedback kan aanleiding geven tot irritatie bij de patiënt maar te weinig feedback kan aanleiding geven tot lage therapietrouw of zelfs drop-out. Just-in-time adaptive interventions (JITAI) kunnen in de toekomst hiervoor een oplossing bieden7. Deze interventies combineren informatie van heel veel verschillende bronnen en kijken aan de hand van die informatie of automatisch feedback nodig is. Een voorbeeld: Je zit al enkele uren stil en normaal gezien zou je smartwatch dan een herinnering geven om terug te bewegen. Het kan echter dat je juist een lange vergadering hebt en niet zomaar even kan opstaan. De herinnering kan dan voor irritatie zorgen. Bij JITAI zou er bijvoorbeeld ook rekening gehouden worden met je agenda en zou het systeem geen vervelende herinnering geven op het moment van de vergadering, maar pas op een meer gepast moment.

Welke uitdagingen kunnen we verwachten bij het gebruik van applicaties voor fysieke activiteit bij ouderen?

M. Scherrenberg - Hasselt, België

Het gebruik van Digital Health kan extra uitdagend zijn bij ouderen. Ouderen zijn in tegenstelling tot de jongere generatie niet opgegroeid met informatica en ze zijn het minder gewoon om meerdere keren per dag smartphones of smartwatches te gebruiken. Bij ouderen kunnen visuele of auditieve beperkingen een rol spelen in het gebruik van technologie. Ten slotte hebben ouderen vaak een andere perceptie ten opzichte van het gebruik van technologie binnen de gezondheidszorg dan jongere generaties. Al deze factoren kunnen ervoor zorgen dat bepaalde ouderen uit de boot vallen bij het gebruik van digitale interventies. Dit kan aanleiding geven tot een digital divide. Dit houdt in dat bepaalde ouderen niet van dezelfde zorg kunnen genieten als anderen vanwege verminderde toegang of vertrouwdheid met nieuwe technologie. Verschillende zaken kunnen helpen in het verminderen van de digital divide. Allereerst moeten we ouderen voldoende ondersteunen in het leren gebruiken van nieuwe technologieën. Dit is niet alleen belangrijk binnen de gezondheidszorg, maar ook voor veel andere dagdagelijkse toepassingen die zich steeds meer afspelen in de digitale wereld. Verder is co-creatie een heel belangrijk concept. Dit houdt in dat alle relevante stakeholders betrokken worden in de ontwikkeling van nieuwe tools.

Hierdoor kan beter rekening gehouden worden met de vaardigheden, wensen en noden van de oudere patiënten. Dit kan een positieve invloed hebben op de bereidheid van ouderen om de technologie te gebruiken. Gebruiksvriendelijkheid en gebruiksgemak zijn daarom ook primaire criteria in de keuze van toestellen bij ouderen.

Referenties

  1. Ponikowski, P., Voors, A.A., Anker, S.D., Bueno, H., Cleland, J.G., Coats, A.J. et al 2016 ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure: The Task Force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure of the European Society of Cardiology (ESC). Developed with the special contribution of the Heart Failure Association (HFA) of the ESC. Eur J Heart Fail, 2016, 18 (8), 891-975.
  2. Taylor, R.S., Walker, S., Smart, N.A., Piepoli, M.F., Warren, F.C., Ciani, O. et al.. Impact of exercise-based cardiac rehabilitation in patients with heart failure (ExTraMATCH II) on mortality and hospitalisation: an individual patient data meta-analysis of randomised trials. Eur J Heart Fail, 2018, 20 (12), 1735- 1743.
  3. Klompstra, L., Kyriakou, M., Lambrinou, E., Piepoli, M.F., Coats, A.J.S., Cohen-Solal, A. et al. Measuring physical activity with activity monitors in patients with heart failure: from literature to practice. A position paper from the Committee on Exercise Physiology and Training of the Heart Failure Association of the European Society of Cardiology. Eur J Heart Fail, 2021, 23 (1), 83-91.
  4. Pasadyn, S.R., Soudan, M., Gillinov, M., Houghtaling, P., Phelan, D., Gillinov, N. et al. Accuracy of commercially available heart rate monitors in athletes: a prospective study. Cardiovasc Diagn Ther, 2019, 9 (4), 379-385.
  5. Degroote, L., Hamerlinck, G., Poels, K., Maher, C., Crombez, G., De Bourdeaudhuij, I. et al. Low-Cost Consumer-Based Trackers to Measure Physical Activity and Sleep Duration Among Adults in Free-Living Conditions: Validation Study. JMIR Mhealth Uhealth, 2020, 8 (5), e16674.
  6. Michie, S., Richardson, M., Johnston, M., Abraham, C., Francis, J., Hardeman, W. et al. The behavior change technique taxonomy (v1) of 93 hierarchically clustered techniques: building an international consensus for the reporting of behavior change interventions. Ann Behav Med, 2013, 46 (1), 81-95.
  7. Nahum-Shani, I., Smith, S.N., Spring, B.J., Collins, L.M., Witkiewitz, K., Tewari, A., Murphy, S.A. Just-in-Time Adaptive Interventions (JITAIs) in Mobile Health: Key Components and Design Principles for Ongoing Health Behavior Support. Ann Behav Med, 2018, 52 (6), 446-462.

Aucun élément du site web ne peut être reproduit, modifié, diffusé, vendu, publié ou utilisé à des fins commerciales sans autorisation écrite préalable de l’éditeur. Il est également interdit de sauvegarder cette information par voie électronique ou de l’utiliser à des fins illégales.