NL | FR
De toekomst van de cardiologie: herwaardering van de algemene cardioloog in een cardiometabool tijdperk
  • Christiaan Vrints

De cardiologie heeft de afgelopen eeuw een indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt: van een onderdeel van de interne geneeskunde tot een van de meest technologisch geavanceerde medische disciplines. Deze groei ging gepaard met toenemende subspecialisaties, wat leidde tot grote vooruitgang in diagnostiek en behandeling, maar ook tot fragmentatie van zorg. Momenteel staan cardiologen voor de uitdaging om deze kennis opnieuw te integreren, nu de meeste patiënten meerdere cardiovasculaire en metabole aandoeningen combineren. De opkomst van de cardiometabole geneeskunde biedt hierbij een kans om specialismen te verbinden en de zorg toekomstbestendig te maken. Nieuwe farmacologische en genetische therapieën versterken deze verschuiving naar een meer geïntegreerde, patiëntgerichte benadering.

Inleiding

De cardiologie heeft in de afgelopen eeuw een indrukwekkende transformatie doorgemaakt. Waar het vakgebied aanvankelijk deel uitmaakte van de interne geneeskunde, hebben farmacologische en technologische innovaties geleid tot een ongekende verbreding van kennis, diagnostiek en therapeutische mogelijkheden. Hierdoor kunnen cardiovasculaire aandoeningen vandaag de dag veel effectiever worden voorkomen en behandeld.

Een illustratief voorbeeld is de behandeling van het acute myocardinfarct: de mortaliteit daalde van meer dan 50 % in de jaren vijftig tot minder dan 5 % bij stabiele patiënten. Deze opmerkelijke prestatie benadrukt de vooruitgang van de moderne cardiologie.

Tegelijkertijd brengt dit succes nieuwe uitdagingen met zich mee. Door de langere levensverwachting zien we steeds vaker patiënten met meerdere, complexe en overlappende aandoeningen. Daarnaast vormt de opkomst van het cardiometabool syndroom een wereldwijde pandemie die vraagt om een hernieuwde, geïntegreerde aanpak van zorg.

Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is het essentieel dat we de opgebouwde expertise en technologische mogelijkheden binnen de verschillende subspecialismen opnieuw bundelen. Alleen door samenwerking en kennisintegratie kan de cardiologie zich blijven ontwikkelen en uitgerust blijven voor de patiënt van de toekomst.

De groei van specialismen

Door nieuwe diagnostische technieken, innovatieve medicijnen en interventionele procedures konden artsen steeds betere zorg bieden. Vanuit de interne geneeskunde ontstonden diverse specialismen, zoals cardiologie, pneumologie, nefrologie en endocrinologie. In de cardiologie leidde voortdurende vooruitgang tot verdere subspecialisaties zoals interventiecardiologie, elektrofysiologie, beeldvorming, acute cardiologie, hartfalen en congenitale cardiologie. Deze differentiatie vond vooral verticaal plaats, langs diagnostische en interventionele lijnen, en minder horizontaal, als zorggerichte subspecialisaties, met hartfalen en acute cardiologie als uitzonderingen.

De uitdaging van fragmentatie

De toenemende subspecialisatie binnen de cardiologie heeft een onmiskenbare vooruitgang mogelijk gemaakt, maar brengt ook het risico van fragmentatie van zorg met zich mee. Mede dankzij een langere overleving door efficiëntere cardiovasculaire zorg hebben veel patiënten tegenwoordig meerdere cardiovasculaire aandoeningen tegelijk, bijvoorbeeld een combinatie van coronair ischemisch hartlijden, hartfalen, atrium fibrillatie en mitralisklepinsufficiëntie. Deze aandoeningen gaan vaak gepaard met comorbiditeiten zoals diabetes mellitus, obesitas, hypertensie of nierfunctiestoornissen.

De cardiometabole uitdaging

Wereldwijd nemen overgewicht en obesitas in een alarmerend tempo toe en hebben inmiddels pandemische proporties aangenomen. Deze aandoeningen gaan gepaard met uitgesproken verstoringen in het vet- en glucosemetabolisme, evenals met comorbiditeiten zoals het obstructieve-slaapapneusyndroom, verminderde nierfunctie en metabole disfunctie-geassocieerde steatohepatitis (MASH). Daarnaast beïnvloedt obesitas de endocriene regulatie, met veranderingen in geslachtshormonen, verminderde vruchtbaarheid en epigenetische aanpassingen bij nakomelingen.

De metabole ontregeling die gepaard gaat met obesitas leidt tot systemische inflammatoire processen die de ontwikkeling van atherosclerose, hartfalen, in eerste instantie vooral hartfalen met bewaarde ejectiefractie (HFpEF) en later ook met verminderde ejectiefractie (HFrEF), en vroegtijdige mortaliteit bevorderen. Vooral visceraal vet, met name abdominaal, perivasculair en pericardiaal vet, fungeert als belangrijke bron van pro-inflammatoire cytokinen. Dit draagt bij aan de destabilisatie van athero sclerotische plaques, microvasculaire disfunctie, interstitiële fibrose en verminderde relaxatie- en contractiefunctie van het myocard.

Als gevolg van deze veranderingen is het te verwachten dat de wereldwijde obesitasepidemie zich klinisch vertaalt in een toenemende incidentie van cardiovasculaire complicaties, waaronder hartfalen, atriumfibrillatie, coronaire ischemische hartziekten en vroegtijdige cardiale mortaliteit.

Nieuwe therapeutische perspectieven

De behandeling van cardiometabole ziekten ondergaat momenteel een revolutie. Nieuwe geneesmiddelen, zoals natriumglucose-cotransporter 2 (SGLT2)-remmers, verbeteren niet alleen de glucosestofwisseling, maar beschermen ook het hart en de nieren bij zowel HFrEF als HFpEF. Glucagonachtige peptide-1 (GLP-1)-receptoragonisten, waaronder semaglutide, verlagen het lichaamsgewicht en de systemische inflammatie en verminderen het risico op majeure cardiovasculaire events met ongeveer 20 %. Nieuwere middelen, zoals tirzepatide, combineren GLP-1- en glucoseafhankelijk insulinotroop polypeptide (GIP)-werking en zorgen voor een nog grotere gewichtsreductie en cardiovasculaire bescherming.

Daarnaast komt een nieuwe generatie genetische therapieën in beeld. Antisense-oligonucleotiden (ASO's), silencing double-stranded RNA (siRNA) en CRISPR-Cas9 maken het mogelijk om specifieke levereiwitten langdurig te remmen. Zo verlaagt inclisiran het PCSK9 en daarmee het cholesterolgehalte gedurende zes maanden na één injectie, terwijl nieuwe siRNA's lipoproteïne(a) met meer dan 90 % kunnen reduceren. CRISPR-Cas9 wordt bovendien onderzocht als mogelijke curatieve behandeling voor TTR-amyloïdose en familiaire hypercholesterolemie, een overgang van behandeling naar genezing.

Een geïntegreerde toekomst

De zorg voor een steeds complexere groep hartpatiënten en de groeiende populatie met cardiovasculaire complicaties ten gevolge van obesitas en metabole aandoeningen vraagt om een brede, geïntegreerde benadering. Dit vereist een algemeen ge oriën teerde cardioloog die in staat is de samenhang tussen verschillende ziektebeelden te overzien, de behandeling daarop af te stemmen en interdisciplinair samen te werken met andere internistische disciplines. Deze samenwerking is vooral essentieel bij de implementatie van nieuwe, innovatieve therapieën voor de aanpak van het cardiometabool syndroom.

Jonge cardiologen in opleiding richten hun verdere specialisatie vaak op interventionele deelgebieden en ambiëren een functie binnen een tertiair of interventioneel cardiologisch centrum. Gezien de toenemende prevalentie van patiënten met een complexe, multipele cardiale problematiek en een cardiometabool syndroom is het echter van groot belang de rol van de algemeen klinisch cardioloog in het algemene ziekenhuis opnieuw te waarderen. Vooral in een land als België, met een snel verouderende populatie, is het van cruciaal belang de kwaliteit én de kostenefficiëntie van de gezondheidszorg te waarborgen door een versterking van zowel de klinische als de poliklinische cardiale zorg in algemene ziekenhuizen.

Referenties

  1. NCD Risk Factor Collaboration (NCD-RisC). Worldwide trends in underweight and obesity from 1990 to 2022: a pooled analysis of 3663 population-representative studies with 222 million children, adolescents, and adults. Lancet, 2024, 403, 1027-1050.
  2. Powell-Wiley, T.M., Poirier, P., Burke, L.E., Després, J.P., Gordon-Larsen, P., Lavie, C.J. et al. Obesity and Cardiovascular Disease: A Scientific Statement From the American Heart Association. Circulation, 2021, 143, e984-e1010.
  3. Schleh, M.W., Caslin, H.L., Garcia, J.N., Mashayekhi, M., Srivastava, G., Bradley, A.B. et al. Metaflammation in obesity and its therapeutic targeting. Sci Transl Med, 2023, 15, eadf9382.
  4. Koskinas, K.C., Van Craenenbroeck, E.M., Antoniades, C., Blüher, M., Gorter, T.M., Hanssen, H. et al. Obesity and cardiovascular disease: an ESC clinical consensus statement. Eur Heart J, 2024, 45, 4063-4098.
  5. Lüscher, T.F. CardioMetabolic medicine: the advent of systems cardiology and the new cardiovascular generalist? Eur Heart J, 2025, 46, 3147-3150.

Aucun élément du site web ne peut être reproduit, modifié, diffusé, vendu, publié ou utilisé à des fins commerciales sans autorisation écrite préalable de l’éditeur. Il est également interdit de sauvegarder cette information par voie électronique ou de l’utiliser à des fins illégales.