NL | FR
Strengthening cardiovascular prevention: testimonials from a cardiologist, a GP and a patient
  • Edgard Prihadi 

BSC-congresverslag - sessie 12

Op 6 februari vond het symposium 'Strengthening cardiovascular prevention: testimonials from a cardiologist, a GP and a patient' plaats, en werd gemodereerd door Agnès Pasquet (UCLouvain, Brussel) en Frank Cools (AZ Klina, Brasschaat). Er kwamen drie verschillende sprekers (patiënt, huisarts en cardioloog) aan bod die hun visie gaven over de aanpak van een patiënt met een chronisch coronair syndroom (CCS).

Eerst aan het woord getuigde Wim Warnier als patiënt over zijn leven met een CCS. Hij begon zijn getuigenis over hoe hij tien jaar geleden zelf een acuut coronair syndroom doormaakte, en dit ternauwernood overleefde na een langdurige reanimatie. Hij uitte zijn dankbaarheid voor de technische evoluties en de opleiding van de medische zorgverleners, en formuleerde daarnaast ook een aantal adviezen om de prognose van een CCS te verbeteren.

Ten eerste stelde hij voor om een fonds op te richten dat onderzoek en ontwikkeling voor cardiovasculaire ziektes kan versnellen, en om hierin ook privé-investeerders aan te trekken. Als tweede advies suggereerde hij om door middel van integratie van artificiële intelligentie en het gebruik van big data manieren te vinden om cardiovasculaire ziektes vroegtijdig op te sporen, zeker in patiënten met een verhoogde familiale belasting. In het derde advies benadrukte hij het belang van cardiale revalidatie in de herstelfase na een doorgemaakt acuut coronair syndroom, maar om dit wel realistisch te benaderen met goed afgelijnde doelen, specifiek per patiënt. Ten slotte onderstreepte hij het belang om te investeren in het mentaal welzijn van deze patiëntengroep. Het blijft een traumatische ervaring waarbij psychologische ondersteuning door middel van groepssessies zeer nuttig kan zijn, waarbij dan ook verder de nadruk kan worden gelegd op de mentale ondersteuning voor de mens achter de patiënt.

Ten slotte eindigde hij zijn uiteenzetting met enkele adviezen voor mede-patiënten. Zij moeten de nieuwe realiteit aanvaarden met een nieuwe balans met aandacht voor levenskwaliteit. Hij concludeerde dat een cardiovasculair event niet noodzakelijk het einde is van het huidige leven, maar een opportuniteit om een nieuw leven te beginnen met een andere levensstijl.

De tweede spreker was huisarts Willem Raat, die verbonden is aan het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde in Leuven als postdoctoraal onderzoeker. Hij gaf zijn visie op een patiënt met CCS vanuit de eerstelijnszorg. Vanuit een dagdagelijkse casus besprak hij drie belangrijke principes die in de eerste lijn kunnen worden gebruikt bij patiënten met een verhoogd risicoprofiel. Het eerste principe betrof een gerichte en persoonlijke risicostratificatie waarbij als belangrijke leidraad de richtlijn 'Cardiovasculaire risicobepaling in de eerste lijn' werd besproken1 (figuur 1).

Bij aanwezigheid van hoogrisicofactoren betreft het sowieso een sterk verhoogd cardiovasculair risicoprofiel. Bij afwezigheid van deze factoren wordt er gebruik gemaakt van de SCORE-risicotabel. Als de berekende score zich dicht bij een risicodrempel bevindt, kan men reclasserende variabelen gebruiken die het cardiovasculaire risico kunnen verhogen of verlagen, maar niet vervat zijn in de berekening van het risico.

Het tweede principe is een duidelijke en begrijpelijke communicatie op maat van de patiënt. Hierbij wordt de belangrijkste boodschap als eerste gecommuniceerd. Naast gepersonaliseerde informatie is het belangrijk om te spreken over absolute risico's in plaats van relatieve risico's en over natuurlijke frequenties (bv. 10 op 100) in plaats van percentages. Door gebruik te maken van tijdslijnen en visuele hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld de beslissingshulp van het KCE (www.statines.kce.be) kan deze informatie op een begrijpelijke manier worden overgebracht.

Het derde principe betreft het organiseren van geschikte zorg, door middel van zowel een niet-farmacologische als een farmacologische aanpak. De niet-farmacologische aanpak gebeurt in samenspraak met de patiënt en met een focus op haalbaarheid en maximale winsten. Het omvat in de eerste lijn voornamelijk het motiveren tot rookstop en lichaamsbeweging en een bespreking van dieetmaatregelen en methoden van stressbeheersing.

Ten slotte sprak Thomas Vanassche (UZ Leuven) over cardiovasculaire preventie vanuit het standpunt van de cardioloog, waarbij hij zich voornamelijk baseerde op de meest recente richtlijnen van de Europese Vereniging van Cardiologie.2 Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn 80 % van de cardiovasculaire events te voorkomen. Naast de klassieke risicofactoren (zoals roken, hypertensie, cholesterol) zijn er ook risico-modifiers (migratiestatus, luchtverontreiniging …) waar zowel op individueel als op populatieniveau naar kan worden gekeken. Een belangrijke boodschap in de nieuwe richtlijnen is om de term 'primaire preventie' niet meer te gebruiken, aangezien dit verkeerdelijk kan worden ingeschat als laag risico. Op elk moment in de evaluatie van een patiënt blijft een systematische evaluatie van de risicofactoren en het globale cardiovasculaire risico essentieel om het ontstaan van een cardiovasculaire aandoening tegen te houden (figuur 2).2

Online tools om het risico te berekenen (u-prevent.com) en visuele hulpmiddelen (bijvoorbeeld van de SCORE2-risicotabellen) kunnen gedeelde besluitvorming en educatie van de patiënt faciliteren. Na een initiële combinatie van levensstijlmaatregelen en farmacologische behandeling, kan een stapsgewijze intensificatie plaatsvinden, waarbij dan op farmacologisch vlak vooral combinatietherapieën kunnen worden overwogen (figuur 3).2

Vervolgens werd de aanpak van een aantal risicofactoren meer in detail besproken. Voor de controle van het LDL-cholesterol blijft een hoge-intensiteitstatine (atorvastatine of rosuvastatine) de eerstelijnsbehandeling, maar bij onvoldoende controle van het target-LDL moet laagdrempelig ezetimibe worden toegevoegd. Als LDL-controle nog onvoldoende blijkt te zijn, kan opstart van bempedoinezuur of een PCSK9-inhibitor worden overwogen. Betreffende de controle van de bloeddruk zal als eerste stap worden getracht om een bloeddruk onder 140/90 mmHg te bereiken in de eerste fase, maar zo mogelijk onder 130/80 mmHg, zo getolereerd en gebaseerd op het patiëntenprofiel, met vervolgens snellere controle om de drie maanden. Hierbij werden ook de voordelen van een combinatietherapie benadrukt, wat leidt tot een toegenomen adherentie, verbeterde controle van de bloeddruk, met ook minimalisering van het aantal bijwerkingen.

Conclusie

In deze sessie werd door alle sprekers de nadruk gelegd op een holistische evaluatie van het cardiovasculaire risico, zowel in de screening als in de behandeling van cardiovasculaire ziekte.

Naast de nadruk te leggen op het belang van levensstijlmaatregelen en aandacht voor het mentaal welzijn van de patiënt, moet aan de hand van risicostratificatie een striktere controle qua bloeddruk en lipidenprofiel worden nagestreefd, bij voorkeur aan de hand van combinatietherapie.

Referenties

  1. Richtlijn voor goede medische praktijkvoering: Cardiovasculaire risicobepaling in de eerste lijn (2021, Domus Medica) https://www.domusmedica.be/sites/default/files/bijlagen/Steekkaart%20Cardiovasculaire%20risicobepaling%20-%20web%202021.pdf
  2. Visseren, F.L.J., Mach, F., Smulders, Y.M., Carballo, D.C., Koskinas, K.C., Bäck, M. et al. 2021 ESC Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice. Eur Heart J, 2021, 42 (34), 3227-3337.

Niets van de website mag gebruikt worden voor reproductie, aanpassing, verspreiding, verkoop, publicatie of commerciële doeleinden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is ook verboden om deze informatie elektronisch op te slaan of te gebruiken voor onwettige doeleinden.